Hoe werken stoplichten, ook wel verkeerslichten genoemd, eigenlijk? Stoplichten zijn dermate vanzelfsprekend dat je er misschien zelden aan denkt. In dit artikel gaan we in op de werking van stoplichten die geplaatst worden bij bijvoorbeeld slagbomen, bollards of poorten. Er zijn overeenkomsten, maar vaak wijkt de situatie af van het gebruik van stoplichten op de openbare weg.
Hoe werken stoplichten: de basis
De vraag ‘Hoe werken stoplichten?’ kan alleen echt beantwoord worden zodra we hebben gedefinieerd wat zo’n stoplicht precies is. Stoplichten, ook wel inwisselbaar verkeerslichten genoemd, zijn in de kern lichten die volgens een interval of bij een specifieke trigger van kleur veranderen. In Nederland zijn de meest voorkomende kleuren rood, geel en groen; dit verschilt echter per land.
- Rood staat voor stoppen. Als het stoplicht rood is, moeten alle voertuigen volledig achter de stopstreep tot stilstand komen en wachten op het openen van een slagboom, bollard of poort.
- Geel/oranje betekent dat het licht van kleur gaat veranderen: van groen naar rood of andersom. Gedurende het openen of sluiten van een poort zal de kleur geel zijn.
- Groen betekent doorrijden. De slagboom, bollard of poort is volledig geopend en passeren is veilig mogelijk.
De werking van stoplichten is afgestemd op deze drie opties. Het gele licht ontbreekt vaak op (privé) parkeerterreinen, omdat dit weinig meerwaarde heeft bij het openen en sluiten van slagbomen, bollards en hekwerken. De meeste stoplichten hebben een aluminium behuizing en zijn uitgerust met gekleurde LED lampen.
De aansturing van stoplichten
Om een stoplicht correct te laten werken is een koppeling met de slagboom, bollard of poort noodzakelijk. Vanzelfsprekend dient het licht bij een gesloten stand rood te kleuren. Groen licht mag pas verschijnen als de rijweg volledig vrij is. Om dit te realiseren zijn er vaak twee situaties denkbaar: de situatie bij het inrijden en de situatie bij het uitrijden.
Stoplichten bij het inrijden
Een stoplicht werkt bij het inrijden op basis van een bepaalde puls die gegeven moet worden. Bij het inrijden van een bepaald terrein zijn er verschillende mogelijkheden om een poort, slagboom of bollard te openen. Denk aan het gebruik van een handzender, GSM module of een ouderwetse oplossing als een sleutelkastje.
Is er sprake van controle door een persoon, dan zal hoogstwaarschijnlijk een intercom of videofoon geïnstalleerd worden. Van afstand wordt de poort dan geopend waarna het licht op groen gaat.
Stoplichten bij het uitrijden
Bij het verlaten van het terrein werkt het stoplicht doorgaans anders. Er is dan namelijk in de meeste gevallen geen controle meer nodig. Vaak kiest men dan voor detectielussen en/of fotocellen om de aanwezigheid van een voertuig te bepalen.
Zodra een voertuig wordt gedetecteerd, kan de poort openen en gaat het licht op groen. De welbekende detectielussen zijn ook te vinden bij verkeerslichten op de openbare weg. Op basis van de detectie kan de aansturing van de stoplichten namelijk bepalen welke rijbaan als eerste groen moet krijgen.
Hoe werken stoplichten: de conclusie
In feite is de werking van stoplichten niet heel ingewikkeld. Ze worden aangesloten op een bepaalde pulsgever zodat ze op het juiste moment de juiste kleur laten zien. Desondanks blijven ze een belangrijke functie vervullen: dankzij stoplichten wordt grotendeels voorkomen dat voertuigen en/of personen op het verkeerde moment een bollard, slagboom of poort passeren.